maandag 3 september 2012

Artikel in Trouw Maandag 3 September





Lieve moeder, zonder kinderen

FRANS DIJKSTRA − 03/09/12, 00:00
Wie haar stralende lach zag, kon amper vermoeden dat ze tegenslag op tegenslag te verduren had gehad. Dat begon al jong.
Toen iedereen bezorgd rond haar ziekenhuisbed zat, wikkend en wegend wat er nog wat gedaan kon worden om haar leven te redden, trok zijzelf de conclusie. "We gaan ervoor", zei ze. En ze stak beide duimen omhoog. Ze vroeg iedereen mee te doen. Artsen, verplegers, haar man en haar moeder, allemaal zaten ze daar met hun duimen omhoog.

Dat was typerend voor haar. Ze zag altijd een kans, en dan nam ze het initiatief en sleepte iedereen mee in haar aanstekelijk enthousiasme. Ook toen haar leven plotseling onderuit was gehaald en er weinig kans leek dat ze erbovenop zou komen, bleef ze anderen inspireren om er het beste van te denken. Met haar doodzieke lijf kon ze anderen nog uit de put halen. Met een onverwoestbare glimlach.

Ze had ervaring met het overwinnen van grote tegenslagen. Die hadden haar sterker gemaakt. Die kracht gebruikte ze om mensen samen te krijgen, het gezellig te maken, voor zichzelf en voor anderen. Ze hield van moederen, dat was haar natuur.

Dat bleek al vroeg in haar leven. Ellen was nog geen anderhalf toen ze haar pas geboren eerste zusje onder haar hoede nam: ze beschermde en betuttelde de baby en dat hield ze vol tot in volwassenheid. Ook de volgende twee zusjes konden niet om haar moederlijke instinct heen, ze noemden haar een tweede moeder. Toen de meiden tieners werden leidde het wel tot spanningen dat Ellen zich met goede bedoelingen overal mee bemoeide.

Zo moederlijk als ze kon zijn in het ouderlijk huis in Badhoevedorp bij Amsterdam, zo verlegen en kwetsbaar was ze op school. Op de christelijke lagere school werd ze gepest en vaak kwam ze huilend thuis. Ze was kunstzinnig en speelde graag piano, iets wat haar klasgenoten niet erg waardeerden. Ze was een makkelijke prooi en vooral jongens zaten haar op de huid. Ze was thuis geen jongens gewend en ze was bang voor ze. Toen Ellen vervolgens naar de huishoud- en nijverheidsschool ging, bleven de pesterijen. Soms zaten er brandende sigarettepeuken in haar capuchon. Ze had een hekel aan roken, toch probeerde ze het om erbij te kunnen horen.

Ellen wist het vol te houden op school en kreeg op haar 14de een vriendje. Die verkering nam ze heel serieus en ze begon zelfs te sparen voor een servies.

Toen op haar 16de klaar was met school wilde ze kraamverzorgster worden. Maar haar moeder Rina vond dat ze weerbaarder moest worden. Daarom zou ze als au pair naar Engeland gaan. De Engelse gastouders kende ze uit Badhoevedorp, waar ze tijdelijk hadden gewoond. Maar in Londen bleken die mensen heel anders te zijn dan gedacht.

Ellen moest niet alleen op de kinderen passen, maar ook de hele huishouding doen. Bovendien had de man des huizes zoveel belangstelling voor haar dat ze zich bedreigd voelde. Na zes weken vluchtte ze weg, naar de ouders van een Engelse jongen die ze in Londen had leren kennen.

Die jongen, Alan, werd haar nieuwe verkering. Opnieuw was ze heel serieus. Binnen een jaar waren ze verloofd en getrouwd. Zij was 17, hij 18. Ze trokken aanvankelijk in bij haar ouders in Badhoevedorp, later kochten ze een huis in Lelystad. Een toekomst als kraamverzorgster was niet meer mogelijk, want de opleiding nam geen getrouwde vrouwen aan.

Ellen ging op kantoor werken in Amstelveen, bij het computerbedrijf Hewlett-Packard. Dat ze goed Engels sprak, was een aanbeveling, maar vooral haar spontane en sociale houding vielen op. Ze werd al gauw het middelpunt van haar afdeling. Ze hield alle verjaardagen en andere bijzondere gelegenheden bij en zorgde voor cadeautjes en feestjes. Dat gaf haar plezier in het werk, welke functie ze ook vervulde. Ze zou haar leven lang blijven bij HP en het daarvan afgesplitste Agilent Technologies.

Haar man Alan was iemand die makkelijk vrienden maakte en dat had ze van hem overgenomen. Maar hij was ook erg ambitieus en leek vooral getrouwd met zijn werk in de technologische hoek. Ellen ging vaak alleen naar bed doordat Alan nog laat met zijn werk bezig was of met een nachtelijke borrel met collega's. Ze leefden steeds meer langs elkaar heen.

Na zestien jaar kwam er een eind aan het huwelijk. Haar familie en vrienden hadden al lang in de gaten dat het mis was, maar Ellen was de laatste om dat te erkennen. Tien jaar eerder waren haar ouders ook gescheiden. Als meisje had ze al geprobeerd te sussen als haar ouders ruzie hadden. Het had allemaal niets uitgehaald.

In haar eigen geval waren er geen kinderen die het huwelijk hadden kunnen redden. De oorzaak van haar kinderloosheid werd niet gevonden en ze leed daaronder. Haar verlangen naar kinderen werd een obsessie.

Op haar werk bleef ze haar vrolijke zelf. Maar in de middagpauze praatte ze over haar problemen met een collega, Mart van Gijsel. Ze waren bevriend en daar bleef het bij. Maar na een jaar of vier zei hij ineens: "Ik vind jou wel heel erg lief." Ze was verrast: "Dat had ik nooit durven hopen." Ze gingen in Mijdrecht wonen.

Het leven zag er weer mooi uit en eindelijk werd ze zwanger. Het kan dus wel, juichte ze. Maar na elf weken had ze een miskraam.

Toch had die zwangerschap haar moed gegeven en ze ging door de molen van eindeloze onderzoeken en ivf-behandelingen. Toen het VU-ziekenhuis na vijf vruchteloze pogingen wilde stoppen, stond zij erop dat het nog eens geprobeerd zou worden. Haar was beloofd dat ze tot haar 41ste behandeld kon worden. Die laatste kans liet ze zich niet ontnemen, wat de deskundigen ook zeiden. Toen ook die poging tot niets had geleid, moest ze toegeven dat haar droom was vervlogen.

Een vriendin, op wie ze vroeger als meisje had gepast, bracht uitkomst. Ze was zwanger en ze vroeg Ellen of ze een deel van de opvoeding op zich wilde nemen zodat ze zelf kon blijven werken. Dat aanbod pakte Ellen gretig aan. De kinderen Mara en Daam kregen met haar een tweede moeder. En wat voor een! Ze mochten veel meer dan bij hun echte moeder, bij Ellen was het altijd feest. Ravotten, eendjes voeren, samen koken, muziek maken, vrolijke uitstapjes, het was haar nooit te veel.

Dat hadden Ellens neefjes en nichtjes ook al ervaren. Ze was hun suikertante die niet alleen een bron van cadeautjes was, maar ook nog eens een flink bedrag aan geld in een feestelijke envelop stopte. Kinderen die haar niet kenden voelden haar liefde meteen aan en kropen graag bij haar op schoot.

Toch bleef haar gemis voelbaar. Zoals toen ze tijdens een vakantie twee jaar geleden een gelukkig gezinnetje zag. Ze was er stil en verdrietig van.

Voor de buitenwereld bleef ze opgewekt. Toen ze zich meldde bij de plaatselijke sportvereniging De Veenlopers was ze binnen de kortste keren het sociale middelpunt. "We gaan ervoor, we kunnen het", was haar vaste uitroep.

Wat ze ook deed, werken, eten, hardlopen, oppassen, winkelen, organiseren, boodschappen doen, het moest gezellig zijn en er moest gelachen worden.

Toen ze in juni met vakantie ging, zwaaiden haar collega's haar vrolijk uit. Maar Ellen was bezorgd. Ze voelde moe en lusteloos. Bloedarmoede, had de huisarts vastgesteld na een vingerprik. Met staalpillen zou het wel weer goed komen.

Het werd erger en ze keerden vervroegd terug van vakantie. Ze was bang. Heel even leek ze zich bewust dat er iets grondig mis zou kunnen zijn. "Ik wil niet dood", zei ze.

Ellen bleek te lijden aan een zeldzame acute leukemie. In hoog tempo richtte de bloedziekte een ravage aan in haar lichaam. Behandelingen baatten niet. Maar ze bleef moed houden tot het laatst.

Ze had nog een gezellige dag bedacht: een reünie van haar vroegere buren in Lelystad. Het staat voor oktober in de agenda.

Ellen van Gijsel-Cornelisse werd geboren op 12 december 1960 in Badhoevedorp. Ze stierf op 30 juli 2012 in Utrecht.

2 opmerkingen:

  1. Wat een tearjerker, maar wat een mooi verhaal... Het klopt helemaal met hoe ik Ellen heb gekend. Tijdens mijn vakantie vernam ik het nieuws via social media. Het leek mij niet gepast via dat medium mijn medeleven te betuigen maar een andere manier had ik nog niet gevonden. Alsnog wil ik Mart en alle andere vrienden, familie en collega’s van Ellen ontzettend veel sterkte toewensen met dit tragische verlies.
    Frans Groot

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een kanjer was Ellen en een kanjer ben jij Mart, ontroerd door dit verhaal. X
    Rene Janny

    BeantwoordenVerwijderen